Restaurant Noma in Kopenhagen. Fotobron: Af City Foodsters - AV4A6178, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=68794494

Natuurwijn

Hobby van stinkende, Birckenstock dragende hippies?

Schoof je in 2011 aan tafel bij Noma in Kopenhagen - het 'beste restaurant ter wereld’ -, dan had je misschien een gerecht gekregen dat het beeld moest oproepen van de kust in de winter: een paar rauwe scheermessen uit de Noordzee, badderend in een schuimende plas waterige peterselie, bedekt met een laagje mierikswortelsneeuw.

Bijna opmerkelijker dan het gerecht zelf was de drank die erbij werd geschonken, zo schreef The Guardian: een glas troebele, best wel zure, witte wijn van een vrijwel onbekende wijnboer uit de Loire. De fles was destijds verkrijgbaar voor nog geen tientje, wat redelijk opvallend mag heten voor een menu van dik 350 euro.

Het was een natuurwijn die daar in Noma werd geschonken. Natuurwijn komt van biologisch geteelde druiven en in de kelder is er niets aan toegevoegd of eruit gefilterd. Dat toevoegen moet je niet onderschatten. Aan conventionele wijn mogen zo’n zeventig verschillende stoffen worden toegevoegd. Van sulfiet voor conservering tot gecultiveerde gisten of eiwitten om te filteren.



Natuurwijnen zijn volgens kenners makkelijk te herkennen, als je weet waar je op moet letten: ze zijn doorgaans geuriger, troebeler, sappiger, zuurder dan traditionele wijnen. Ook staat hun smaak dichter bij de werkelijke smaak van druiven. The Times beschreef natuurwijn als drank die je "zintuigen aanvalt met rare en heerlijke smaken, allerlei gekke geuren en eigenzinnige aroma’s." Esmee Langereis repte in NRC van “ongenadig lekkere” wijnen. “Sappig, puur overdadig fruitsap, vol energie en leven.” Alice Feiring, auteur van Natural Wine for the People, zei in een interview: "Voor wie het echte werk heeft geproefd, is er geen weg meer terug."

Natuurwijn werd vele jaren door de gevestigde wijnwereld genegeerd of zelfs verafschuwd, door Wine Spectator-auteur James Suckling afgeschilderd als een hobby van stinkende, Birckenstock dragende hippies. De wijnboeren werden gezien als excentrieke wappies die de griezelige wijnfouten omarmen welke juist door de moderne technologie in de wijnkelders rücksichtslos zijn uitgeroeid. Bladen als The Spectator en The Observer omschreven natuurwijn als “gemankeerde cider, rotte sherry” of behept met "een scherpe, grimmige uitbarsting van zuren waarvan je wilt huilen."

Niettemin is natuurwijn booming: hij wordt volop geschonken in hippe wijnbars en speelt de hoofdrol op de wijnkaart van ‘s werelds meest geprezen restaurants, Noma, Mugaritz in San Sebastian, Hibiscus in Londen.


Robert Parker in Las Vegas (2005) Fotobron: By winestem - Cropped from this image Robert Parker, the Deity of the Wine World, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3873397

Bruno Pats

De verdeeldheid over natuurwijn heeft uiteindelijk geleid tot wat The Guardian het grootste schisma in de wijnwereld binnen een generatie heeft genoemd. Voorstanders hekelen de de modus operandi van de moderne wijnindustrie waarin volgens hen vrijwel niets klopt, of het nu om ethische, ecologische of esthetische thema’s gaat. Daarentegen kunnen de tegenstanders helemaal niets met het gebrek aan regelgeving voor natuurwijn. De machtige wijncriticus Robert Parker noemde natuurwijn daarom 'ongedefinieerde oplichterij'. De gerenommeerde Rhône-producent Michel Chapoutier kraakte makers van natuurwijn in Decanter als achterhaalde hippies die gebrekkige wijnen maken. “Het is rotzooi. Het is als het maken van azijn, slechte azijn.”

Toch doen boeren die natuurwijn maken niets anders dan wat hun voorgangers tot in de de jaren vijftig, zestig in de vorige eeuw nog deden. Ze telen gezonde druiven, laten die vergisten met gisten die op de druivenschilletjes leven en grijpen verder niet of zo weinig mogelijk in. In de decennia daarna heeft zich echter in de wijnindustrie een technologische revolutie voltrokken waarin vrijwel het hele wijnmaakproces onder controle is gebracht. De moderne wijnboer heeft toegang tot een enorm arsenaal aan wijnverbeteraars, van in het lab gekweekte gisten, tot antimicrobiële middelen, antioxidanten, zuurteregelaars en filtergelatine tot industriële machines. Wijn wordt door elektrische velden geleid om de vorming van calcium- en kaliumkristallen te voorkomen, geïnjecteerd met verschillende gassen om hem te beluchten of te beschermen, of gesplitst in vloeistoffen door omgekeerde osmose en gereconstitueerd met een aangenamere alcohol-tot-sapverhouding.

De wijnindustrie heeft zo de natuur bijna helemaal naar haar hand gezet. Dit mondde uit in een opvatting die aan wijnmaker Bruno Pats uit Bordeaux wordt toegeschreven: “Er zijn geen slechte jaargangen meer.” Het klonk alsof de wijnindustrie aan het eind van zijn ontwikkeling was gekomen, een vage echo van de kreet ‘dit is het einde van de geschiedenis’ toen eind jaren 80 de Koude Oorlog werd beëindigd.

Toch was er ook veel kritiek op de vin industriel, zoals de Fransen hem noemen. The New York Times klaagde over de manier waarop telers in Beaujolais de wijnstokken tot tweemaal de aanbevolen opbrengst opzweepten voor de ‘primeurwijn’, een proces dat plaatselijk bekend staat als "faire pisser la vigne", of "de wijnstok laten pissen". Voor een korte productietijd geven wijnmakers het vinificatieproces een vliegende start, met behulp van in het laboratorium gekweekte gisten, ze gebruiken hierbij grote doses zwavel om de fermentatie te stoppen en de wijn eerder te stabiliseren.

In Perswijn wees Master of Wine Isabelle Legeron op een ‘industrieel’ recept voor Sancerre: “Je oogst de druiven op 10,5 à 11% alcohol, je chaptaliseert, je voorkomt de malolactische fermentatie en dan voeg je zoveel sulfieten toe dat de wijn geen kant meer op kan. Dan krijg je de rokerigheid die mensen associëren met terroir, maar die het gevolg is van veel sulfieten, geblokkeerde malo en wijnsteenzuur.” Maar een Sancerre gemaakt volgens de natuurwijnprocedure (van Sébastien Riffault) heeft een diepe amberkleur, is erg zoet en smaakt naar gekristalliseerde honing en geconserveerde citroenen en wijkt zo totaal af van de officiële AOC-richtlijnen.

Al in de jaren tachtig stond in Beaujolais een groepje wijnboeren op tegen de vin industriel. Dit onder aanvoering van wijnbouwer Marcel Lapierre, die bij zijn dood in 2010 alom werd herdacht als "de paus van de natuurlijke wijn". Lapierre hief herhaaldelijk de klaagzang aan dat chemie de smaak van Beaujolais had vernietigd.

Lapierre vond een medestander in de persoon van Jules Chauvet, een lokale wijnhandelaar die al jaren kleine hoeveelheden wijn maakte zonder toevoegingen. Chauvet was van origine chemicus met veel kennis van fermentatie, en geloofde dat de diversiteit aan wilde gisten uit de wijngaard de meest complexe en gewenste aroma’s in wijn kon produceren. Hij beschouwde sulfiet en andere additieven als "vergif" voor zijn geliefde wilde gisten.

Wijn maken zonder zwavel was in die jaren een revolutionair idee: de Franse regering had het zwavelgebruik sinds de 19e eeuw aangemoedigd en gereguleerd. Experts waren ervan overtuigd dat het onmogelijk was om zonder zwavel wijn te maken. Zwavel bood controle over de gisting en beschermde de wijn tegen bacterieel bederf.

Het vergde Lapierre bijna vijftien jaar aan experimenteren en vele mislukkingen voordat hij in staat was een stabiele en goede natuurwijn te maken. Andere wijnmakers in Frankrijk en Italië begonnen ook te experimenteren en rond 2010 ontstond er vraag naar natuurwijn vanuit hipsterwijken in Brooklyn, Londen, Kopenhagen en Stockholm. Niet zo vreemd: het product speelde in op hippe trends als ambachtelijkheid, kleinschalige en lokale productie, authenticiteit en duurzaamheid. Wijnbouwers zetten zich af tegen geglobaliseerde succesdruiven als cabernet sauvignon en chardonnay en grepen terug naar vergeten druivenrassen of oeroude productiemethoden. Akkers ploegen met een trekpaard, wijn laten rijpen in amforen. Ze schakelden over op biologische of biologisch-dynamische wijnbouw.

Dat laatste is trouwens geen overbodige luxe: in 2000 schreef een Frans regeringsrapport dat wijngaarden 3 procent van alle landbouwgrond in beslag nemen, maar 20 procent gebruiken van het totaal aan bestrijdingsmiddelen. In 2013 troffen onderzoekers sporen van bestrijdingsmiddelen aan in 90 procent van de wijnen die verkrijgbaar zijn in Franse supermarkten. Vorig jaar vond tv-programma Kassa in alle onderzochte flessen Bordeaux van drie supermarkten (AH, Jumbo, Lidl) restanten van glyfosaat, in Nederland beter bekend als Round-up. Het middel is volgens voedselwaakhond Foodwatch de meest omstreden onkruidverdelger ter wereld.

Ondanks dit alles zullen vele wijnliefhebbers vette vraagtekens zetten bij natuurwijn. Zo is er geen wettelijke regelgeving die beschrijft aan welke eisen natuurwijn moet voldoen. Consumenten worden zo misleid met nepnatuurwijnen voorzien van hippe etiketten en mistige kreten als ‘no nonsense natural wine’. Daarnaast zijn er ook wijnbouwers die natuurwijn weliswaar volgens de oorspronkelijke bedoelingen maken, maar toch wat sulfiet toevoegen uit angst dat de hele jaargang naar de knoppen gaat.

Toch is het niet uit te sluiten dat natuurwijn de toekomst heeft. Binnen de EU wordt gewerkt aan een verplichting voor wijnproducenten om een ingrediëntenlijst op het etiket zetten. Ze zijn hiertoe tot nu toe niet verplicht en willen dat ook graag zo houden: stel je eens voor dat de wijnconsument een kritische blik zou werpen op de lijst van toevoegingen en E-nummers en dat hij zou besluiten dit type wijnen voortaan te mijden. De stinkende, Birkenstock dragende hippies zouden dan toch wel eens gelijk kunnen krijgen.


Proeverij Natuurwijnen

  1. Tout Blanc, Jean Pierre Rietsch (1 liter), 2020, Elzas, €16,50 (Wilde Wijnen)

Druiven: auxerrois, riesling

Rietsch is een biologische wijnboer, volgens importeur Wilde Wijnen “een avantgardistische Elzas-held, wars van de Elzasser zoete oubolligheid.” In uitzonderlijke gevallen voegt hij volgens de wijnhandel een minimale hoeveelheid sulfiet toe om de wijn te stabiliseren. Hij is een van de weinige wijnmakers die dit heel precies achterop de wijn vermelden (hoeveelheid sulfiet en restsuiker). Wilde Wijnen omschrijft de wijn als een dagelijkse dorstlesser: “heerlijk fris en eenvoudig.” Lekker bij het typische Elzasser eten als choucroute en flammkuchen. De wijn werd in FD gunstige besproken door Hilary Akers als een “fijne en lichte, zuivere wijn.”

Technisch: Alcohol: 12,2% Restsuiker: 0,7 g/l Vluchtige zuren: 0,71 g/L Totale zuurgraad: 7,4 g/l pH: 3,27 Totaal S02: 10 mg/L
Natuurlijke fermentatie met inheemse gisten. Rijping op droesem gedurende 8 maanden in vaten voor de 1e batch en 11 maanden voor de 2e batch. Verhelderende filtratie op celluloseplaten. Botteling: mei 2021 (1e batch) dan augustus 2021 (2e batch). De Europese specificaties voor biologische wijnbereiding staan ​​een maximaal totaal S02-gehalte van 150 mg/l toe voor droge witte wijnen. Serveer gekoeld, op 8-10 graden.


  1. Wilder Satz, Brand Bros, 2020, Pfalz, €15,00 (Wilde Wijnen)

Druiven: pinot blanc, müller-thurgau, scheurebe en chardonnay.

Een aantal jaren geleden namen de Brand Bro(ther) - Jonas (22) en Daniel (24) - het domein over dat al meer dan 500 jaar in de familie is. De broers gooiden het roer om en stapten van traditionele naar biologische wijnbouw over en streven bovendien naar biologisch-dynamische wijnbouw. Ze plukken de druiven eerder om hun wijnen lichter (minder alcohol) en frisser te maken. Hun natuurwijnen worden geproduceerd op basis van wilde gisten en zonder enige toevoegingen en zonder enige filtratie.

Fotobron: Pascal Auricht at German Wikipedia.

Ze gebruiken plantaardige producten als kruidenextracten of thee om de wijnstokken te versterken. Klaver en wilde kruiden tussen de wijnstokken lokken bijen en andere nuttige insecten en zorgen zo voor een grotere verscheidenheid aan soorten, waardoor de bodem gezond en vruchtbaar blijft. Vermeldenswaard is dat de oma van beide jongens de etiketten tekent.
Hamersma gaf de wijn een 9-: “Deze wilde gemischter satz is extreem geurig, vol heidebloempjes, versgevouwen hooibalen en ander boerengeluk. Met nog een beetje fijne fizz van de nagisting en zweempje natuuraugurk. 'Lekker bij vogels' volgens de importeur.”

3. Garcia de Verdevique, Vigiriego Barrica, 2019, Andalusië, € 16,50 (Andere Wijn)

Druiven: vigiriego

Bodegas García de Verdevique is een klein wijnhuis in de buurt van Granada. Tot aan het eind van de vorige eeuw werd de wijn in deze streek doorgaans niet gebotteld, maar in vaten of plastic flessen verkocht, voor de eigen regionale consumptie. Toen Antonio García Santiago in de jaren 1980 de wijngaarden van zijn vader erfde, besloot hij het anders aan te pakken. Hij was opgeleid als oenoloog en besefte dat de tijden waren veranderd. De concurrentie was hevig, consumenten werden kritischer. Hij maakte de overstap naar natuurwijnen en ging zelf zijn wijn maken. Van biologische druiven, ongefilterd, niet geklaard en zonder toevoegingen. De druiven komen uit de hoogst gelegen wijngaarden van Europa, op 1150 tot 1400 meter boven zeeniveau; steile wijngaarden die zo moeilijk begaanbaar zijn dat ze met hulp van ezeltjes moeten worden bewerkt.

De wijn is gemaakt van een bijna vergeten druif, de vigiriego, oorspronkelijk uit Andalusië afkomstig. Tegenwoordig komt hij het meest voor op de Canarische eilanden, waar hij al in de 15e eeuw werd aangeplant. Er worden zowel stille als mousserende wijnen van gemaakt. Die zijn over het algemeen aangenaam fris en niet al te alcoholisch.

De fles kreeg een 9 van NRC (Esmee Langereis) op de lijst van de beste wijnen van 2021 in de categorie ‘Op avontuur’: “Goudgeel. Houtgerijpt. Natuurwijn. Het moet niet gekker worden. Maar fascinerend is het. En och, zo mooi. Fruitig maar serieus. Met gedroogde mango, jasmijn en milde bitters. Een klassieke schoonheid.”

Importeur Andere Wijn: “Aparte neus. Dat typische natuurwijngeurtje; alsof je heel even de deksel van de pan met zacht garende zuurkool optilt. Deze wijn heeft veel meer dan dat: gedroogde kruiden en ricola. In de mond al even verrassend: Iets ziltig. Rijpe grapefruit en witte peper. Toch uitstekend doordrinkbaar. Erg lekker zelfs, als je een beetje een 'out of the box drinker' bent.”

Over de zurige of ciderachtige geur merkte Alice Feiring, auteur van het boek Natural Wine for the People op dat dit komt, omdat natuurwijn - net als cider - een langzame gisting ondergaat. Hoe langer een wijn gist, hoe groter de kans dat hij wordt blootgesteld aan zuurstof, wat bijdraagt ​​aan die ciderachtige smaken en geuren.

Technisch: De druiven worden in vaten gedaan voor een korte maceratie. Er worden geen geselecteerde gisten gebruikt voor de fermentatie, alleen de eigen gisten van de druif, en de rijping van deze jaargang vond in een jaar plaats, voor de helft in Amerikaanse eiken vaten en half in 4 jaar oude nieuwe eiken vaten. Wijngaarden: op ondiepe leisteenbodems met weinig organisch materiaal en lage opbrengsten, zonder chemische behandelingen, waardoor een totale bescherming van het milieu wordt gegarandeerd. De bijzondere klimatologische omstandigheden van deze grote hoogten van Andalusië, met hoge temperaturen overdag en bijzondere koelte 's nachts, zorgen voor druiven met een bijzonder resistente schil en een hoger alcoholgehalte in vergelijking met lager gelegen teeltgebieden.


4. Bott Frigyes, Hárslevelű, 2019, Slowakije, € 23,50 (Andere Wijn)

Druiven: hárslevelű

Bott Frigyes maakt wijnen uit de druiven van oude wijngaarden op een bodem van vulkanische klei en leisteen in het zuiden van Slowakije, aan de grens met Hongarije. Tot de Eerste Wereldoorlog was dit Hongaars gebied, de mensen spreken er nog altijd Hongaars. Ooit, in de tijd van het Habsburgse rijk was dit een vermaarde wijnregio die nadien in vergetelheid raakte. Ook in deze wijn zie je een Hongaarse inbreng in de vorm van de hárslevelű, een typisch Hongaarse druif waar ook de beroemde Tokaj wordt gemaakt. De druif levert opvallende, groen-gouden witte wijnen op met aroma’s van kruiden en lindebloesem. Bott Frigyes werkt biologisch-dynamisch in de wijngaard. In de kelder wordt zo weinig mogelijk ingegrepen. De druiven ondergaan een spontane vergisting, rijpen langdurig met de gisten in oude houten vaten en in amforen zonder de temperatuur te reguleren. Ze worden niet geklaard of gefilterd en er wordt nauwelijks sulfiet toegevoegd. De wijnen worden gemaakt door Frigyes en zijn zoon Frici. Ze hebben Hongaarse variëteiten in de wijngaard als furmint, hárslevelű, juhfark, kékfrankos en kadarka. Daarnaast verbouwen ze internationale druiven als pinot blanc, riesling, sauvignon blanc, pinot noir en pinot meunier.
Hamersma gaf deze wijn een 9+. “Uit een stokoude wijngaard en toch vol jeugdig elan. Krakende appel, de aanzet tot anijs, de fluistering van venkel, een citruskick. Van een zinderende frisheid, strak, krakend, intelligent en spannend. Droog maar zonder de smaakpapillen te verdorren.” Andere Wijn: "Hárslevelű heeft een opvallende mineraliteit. Toont zich iets rokerig. En heeft een kruidige neus waarin je venkel, anijs en kardemom kunt herkennen. Dit is een wijn met kracht en veel vitaliteit. Appel en citrusfruit. Venkelzaad en lindebloesem. Apart en vooral heel mooi.”


5. Marc Tempé, Riesling Haut-Lieu Grafenreben, 2018, Elzas, € 27,27 (Brander Wines)

Druiven: riesling

Toen Marc Tempé het bedrijf van zijn ouders overnam was het gezien zijn persoonlijke idealen direct duidelijk dat hij biologische-dynamische wijnbouw zou toepassen. 1995 was het jaar van de grote transformatie van wijngaard tot kelder, de uitrusting, het oogsten, het persen, de vinificatie. Sindsdien werkt Marc geheel biodynamisch en tegenwoordig zijn al zijn wijnen gecertificeerd. De wijngaard bestaat uit ongeveer dertig percelen, verspreid over vijf gemeenten, elk verschillend van elkaar door de rijkdom en aard van de bodem en door de diversiteit van het microklimaat.

Zijn biodynamische Elzassers zijn van de buitencategorie: kamerbreed, energiek, oprecht, flamboyant en intrigerend, stelt importeur Vinoblesse. De wijnen staan op de kaart in driesterrenrestaurants als De Librije en De Leest. Een Franse wijngids (Guide Bessane + Desseauve) beschreef Tempé als “producent van zeer hoge kwaliteit, iemand die de glorie van de Franse wijngaard vertegenwoordigt'. Robert Parker gaf de wijn wel eens 100 punten.

Opmerkelijk is dat Tempé zijn wijn laat rijpen op grote en soms op kleine, houten vaten. Tempé: “Roestvrij staal is koud, levenloos, laat wijnen niet ademen; voor lang rijpen op fijne lie heb je zuurstof nodig. Geen grote wijnen zonder houtopvoeding. Je kunt niets tot uitdrukking brengen in dood, inert materiaal. Bovendien is essentieel voor een grand vin: de rol van bacteriën en schimmels die niet alleen in de bodem maar ook in de wijnkelder leven.”

GRAFENREBEN TERROIR

Het terroir op Zellenberg (29,87 are) bevindt zich op bijna identieke bodems als die van de Grand Cru Schoenenbourg: klei-kalksteen l ondergrond, slibzandige kleibodem met een diepte van 60 cm tot 1 m. Grafenreben bestaat uit 2 percelen, waarvan er één in de jaren 1950 en de andere in 1977 is aangeplant. Ze leveren ongeveer de helft op van wat de doorsnee in de Elzas.

Robert Parker gaf de jaargang 2016 een score van 94+: “Van een van de mooiste wijngaarden van Zellenberg is deze Elzas intens en geconcentreerd met een royale en perfect rijpe neus. De wijn is intens en aromatisch in de neus, met ananas en wat eiken aroma's. Vol en krachtig, met een stevige structuur. Toch fluwelig en verfijnd, met fijne en aanhoudende tannines. Vrij krachtig en rijk, met een Bourgondische expressie, zeer elegant en zeer verfijnd. Erg ziltig. Hij is nog veel te jong en zal enorm profiteren van flesrijping.”
Hamersma gaf de wijn een 9,5: “Schoonheid van een wijn. Voorzichtig druivig. Laidback-lychees. Marmelade bespikkeld met een roze pepertje. Rokerige gember. De koelte van marmer. Het aardse van truffel. De synergie van het zoet van de amandelspijs van Cees Holtkamp en de kokosmakronen van Le Fournil, de beste van Nederland. De zuren van een citroenmeringue.”

Fotobron: Garcia de Verdevique

Palomino

Fotobron: Pamela Heywood - Flickr: Lucky Grapes, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=12459604


6. Muchada-Léclapart Élixir, 2018, Andalusië, € 40,50 (De Bruijn)


Druiven: palomino fino 60 procent, muskaat 40 procent

De Spaanse wijnboer Alejandro Muchada had in zijn studententijd nog maar weinig affiniteit met wijn, toen hij bij toeval David Léclapart tijdens een rondreis door Frankrijk ontmoette. Léclapart, wijnmaker in de Champagne, wordt daar gezien als één van de aanvoerders van de biologisch-dynamische wijnbouw. In 2016 besloten de heren een wijnbouwproject op twee oude bestaande locaties in Andalusië te starten en tegenwoordig beheren ze daar 3 ha wijngaard. Hierop staan druivenstokken van veelal meer dan 50 jaar oude palomino en muscat aangeplant. Voor de opvoeding van de wijnen wordt onder andere gebruik gemaakt van oude sherryvaten, roestvrijstalen tanks, amfora's en Frans eiken.

Ofschoon palomino de bekende druif voor sherry is, besloten ze er een grote witte wijn van te maken, met zo min mogelijk interventietechnieken: ze voegen een minimum aan zwavel toe (slechts 10 procent van wat gebruikelijk is), ze gebruiken geen geselecteerde gisten of zuren om de zuurgraad te corrigeren, ze bewaren de droesem en bottelen zonder filtering. Het resultaat is in de woorden van de twee mannen “subliem”. “Een droge, zoute en minerale witte wijn, met subtiele aroma's, lang in de mond en absoluut gastronomisch.”

Wijnjournalist Esmee Langereis selecteerde in NRC tien wijnen „zonder rommel die vooral ontzéttend lekker zijn”. Waaronder deze: “Champagnist Léclapart maakt samen met Alejandro Muchada in sherry-walhalla Sanlúcar fantastische, unieke wijnen. Elixir zweeft bijna van gewichtloos wit fruit geïnjecteerd met energie, geurend naar goudsbloemen en het zilt van de oceaan.”

Technisch:

Wijngaarden van 40 en 60 jaar. Muskaat komt van de "El Camino del Puerto" van "Pago Abulagar" (0,7 hectare) klei- en zandgronden en de palomino-wijngaard van "La Platera" van "Pago Miraflores" (1,2 hectare) met grond van "Lustrillos" en kalkhoudende ondergronden van “tosca cerrado” of “albariza” op een diepte van 2 meter.
Wijnbouw: biodynamisch en ecologisch.
Gemiddelde opbrengst: muscat: 1.500- 2.500 kg/h
Wijnbereiding: gefermenteerd en gevinifieerd in gebruikte Bordeaux-vaten gedurende 9-10 maanden; spontane fermentatie; zonder enige toevoegingen. Minimale aanvangssulfiet. Werk op droesem. Zonder filtering of koude stabilisatie. Afspoelen met bentoniet op lage intensiteit vanaf 2018.
Flessenproductie: 2017: 4.380 flessen 2018: 4.100 flessen
Analyse: <8 mg/liter sulfieten.


7. Jean Paul Daumen, "Daumen", 2019, Rhône (IGP Méditerranée Rouge), € 9,25 (De Bruijn)

Druiven: cabernet sauvignon 45 procent, grenache noir 30 procent, syrah 15 procent, merlot 5 procent, diverse 5 procent

Wijnbouwer Daumen van Domaine de la Vieille Julienne (onder Orange) gebruikt voor deze wijn de druiven van jonge wijnboeren die Rhône-terroirs bewerken. Het fruit komt van percelen die overeenstemmen met Daumens ideeën over levende en levendige bodems en die volgens de principes van de biologische of biologisch-dynamische landbouw worden bewerkt. Diens aanpak omschrijft hij als “minimaal interventionistisch.” “De natuur heeft altijd het laatste woord en mijn rol is enkel om de evolutie van de wijn te volgen. Het is een werk van nuances waarbij zware extracties en kunstgrepen worden vermeden. Dit zijn wijnen die in alle bescheidenheid algemeen gedronken willen worden en die waar en authentiek blijven.

Jeb Dunnuck – Wine Advocate: "Het is de perfecte doordeweekse wijn die komende jaren een glimlach op je gezicht zal toveren"
Hamersma gaf deze wijn 9+: “De cabernet en merlot geven 'm de deftige strengheid die geen Bordeaux in deze prijsklasse haalt, de grenache en de syrah zuidelijke zonnige warmte. Een stoere, stevig gebouwde huiswijn op paleisniveau, vol en gul van smaak met kersenfruit en chocoprinstannines, minzaam en goedertieren van afdronk. Geen geld.”


8. Domaine de l'Arjolle, Brut de Barrique, 2020, Côtes de Thongue (Languedoc), €12,50 (Vinoteca Lina)


Druiven: cabernet sauvignon, merlot

Het domein presenteerde enkele jaren geleden zijn eerste natuurwijn, zonder toegevoegde sulfiet. Kopers kregen op het hart gedrukt deze rode wijn in de koelkast te bewaren en hem binnen enkele maanden op te drinken.

Importeur Les Généreux vroeg wijnbouwer François Teisserenc of hij ook een natuurwijn op eikenhouten vaten kon maken. Dat was een groter risico, omdat houten vaten iets zuurstof doorlaten in tegenstelling tot de eerste wijn die in rvs-tanks kon rijpen.

Voor de Brut de Barrique selecteerde de boer zijn beste merlot- en cabernetdruiven, met zoveel mogelijk concentratie. Daarnaast vulde hij het verdampte deel van de wijn in de fusten steeds aan, om het contact met zuurstof tot een minimum te beperken. Eenmaal volledig gerijpt, werd de wijn rechtstreeks van het vat gebotteld, dus zonder klaren en filteren, om zoveel mogelijk van de smaak te behouden.

Importeur: “Diep robijnrode wijn met een open geur van zwarte bes, pruim, potloodslijpsel en eiken. Vol en mooi sappig in smaak met rijp donker fruit, soepele tannine en milde zuren. Toast en laurier in de afdronk.”

Saperavi

Fotobron By Lebowskyclone - Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=11541064

9. Milan Nestarec, Nach, 2018 , Moravië, (1 liter) €17,00 (Wilde Wijnen)

Druiven: pinot noir, blaufränkisch

Nestarec nam het wijnbedrijf van zijn vader over en geldt als een voorloper onder de jonge Europese natuurwijnmakers. Zelf gebruikt hij het begrip ‘normale wijn’ voor zijn producten. Hij zegt: “Al onze wijngaarden zijn vrij van herbiciden / pesticiden / industriële meststoffen. Als ik het over mijn wijn heb, gebruik ik meestal het woord ‘normaal’ in plaats van termen als authentiek, natuurlijk, ambachtelijk of met weinig interventie. Ik cultiveer gewoon wijnstokken op de normale manier, zonder dat er andere labels nodig zijn.”

Hilary Akers in FD: “De Tsjech Milan Nestarec deed het rood – dat je van oor tot oor doet grijnzen – met vooruitziende blik in een literfles. De Nach 2018 is gemaakt­ van pinot noir en blaufränkisch en knalt uit je glas. Ik ruik lange peper (fruitiger dan onze ronde peperkorrels), bramen en rode kersen. Een geweldig pittige smaak en een frisse strakheid aan ’t eind. Wat een dynamiek, wat een kracht, wat een vrolijkheid. Drink ’m goed koel en je bent voorlopig niet uit de keuken weg te slaan.”


10. Papari Valley Qvevri 8 Saperavi, 2019, Kachetië (Georgië), € 25,00 (Andere Wijn)

Druiven: saperavi

Papari Valley is een klein wijnhuis van de familie Kurdadze uit Georgië. Ze maken natuurwijnen volgens de klassieke Georgische methode: in de qvevri, een aardewerken amfora in de grond. De eerste wijnen werden in 2006 gemaakt. Georgië kent zo’n vijf wijnregio’s met elk een eigen microklimaat en traditie. De regio’s zijn onderverdeeld in 18 districten. De belangrijkste regio is Kachetië aan de voet van de Kaukasus, waar 60 procent van de Georgische wijn wordt gemaakt.

De saperavi is er de belangrijkste rode druif, een oerdruif zonder duidelijke familiebanden met andere druivensoorten. Bijzonder is dat bij de saperavi de rode kleurstof niet alleen in de schilletjes zit maar ook in het vruchtvlees. Hij kan hoge alcoholpercentages opleveren. Dat blijkt ook wel bij deze biologisch geproduceerde natuurwijn, die maar liefst 16 procent alcohol bevat, waarmee hij nog de minst alcoholische was van de beschikbare amfora’s.

Hamersma gaf de wijn 9+: “Kijk aan, zo smaakt wijn van vroeger dus heden ten dage. Noest, oprecht, van vreemde smetten vrij, puur en krachtig. Met donkere-woudenfruit, gitzwarte bessen, raapkruiden, laurierdrop van een ouderwetse drogist, kauwbare bitters. Uiterst eigen en afschrikwekkend smakelijk. Verlangt een karaf van pantserglas.” In de reviews vergeleek iemand het drinken van deze wijn met parachutespringen.


11. Bott Frigyes Kékfrankos, 2019 Slowakije, € 28,50 (Andere Wijn)

Druiven: kékfrankos (blaufränkisch)

Het verhaal wordt eentonig: alweer een wijn die biologisch-dynamisch is gemaakt. Spontaan vergist. Niet geklaard, ongefilterd en met nauwelijks toegevoegde sulfiet.

Hamersma noemde hem een “grote wijn” en deelde een 9+ uit: “Een geweldige subtiele wijn. Zijn opvoeding op 'groot en gebruikt hout' heeft geresulteerd in een opeenstapeling van kraakvers rood fruit, cassis en peper, een vanillevleugje en rijpe tannines. Frisse, elegant, levendig en gelaagd.”


Voor deze tekst heb ik uit tal van bronnen geput, die ook waar nodig zijn vermeld. Een speciale vermelding verdient een longread in The Guardian, die uitvoerig en diepgaand ingaat op het fenomeen natuurwijn en de weerstand die de wijn in gevestigde wijnwereld opriep. Zie: https://www.theguardian.com/news/2018/may/15/has-wine-gone-bad-organic-biodynamic-natural-wine